Friedrich Wilhelm Nietzsche
(1844 - 1900)



© Baptist Vermeulen, Hypothesis


Friedrich Wilhelm Nietzsche is een van de meest invloedrijke denkers geweest van deze tijd.

Nietzsche werd geboren in Röcken in Pruisen op 15 oktober 1844. Nietzsches vader stierf toen hij vijf jaar oud was en vanaf die tijd is hij opgegroeid in een huis, dat behalve door zijn moeder ook zijn grootmoeder, twee tantes en zijn zuster bewoond werd.

Nietzsche studeerde klassieke filologie aan de universiteiten van Bonn en Leipzig en op 24 jarige leeftijd werd hij aangesteld als hoogleraar in Basel.
Vanwege dit hoogleraarschap neemt Nietzsche de Zwitserse nationaliteit aan.
Door zijn slechte gezondheid ziet Nietzsche zich genoodzaakt zijn hoogleraarschap in 1879 op te geven. Gedurende tien jaar zal Nietzsche rondzwerven, meestal in Zwitserland en Italië om verlichting voor zijn lichamelijke kwalen te zoeken.
In 1889 ten slotte stort Nietzsche volledig in. In 1900 sterft Nietzsche uiteindelijk in Weimar in de villa Silberblick, waar op dit moment het Nietzsche archief is gevestigd.


Het beeld van het leven van Nietzsche wordt sterk bepaald door de afloop ervan. In 1889 stort Nietzsche volledig ineen. Zijn ziekte wordt vaak aangeduid met de term krankzinnigheid.
Het probleem met deze aanduiding is dat het een verzamelnaam is voor allerlei aandoeningen. Met andere woorden we weten dan nog helemaal niet aan welke ziekte Nietzsche leed. De laatste tien jaar is Nietzsche volledig afhankelijk van verzorging door anderen. Eerst is het zijn moeder die de verzorging op zich neemt in het huis waar Nietzsche opgegroeid is in Naumburg.
Later na de dood van Nietzsches moeder verhuist Nietzsches zuster, Elisabeth Förster Nietzsche het inmiddels opgerichte Nietzsche archief, compleet met de zieke Nietzsche naar Weimar.

De term krankzinnigheid voor de ziekte van Nietzsche is wellicht veroorzaakt door de gebeurtenis die zijn ineenstorting aankondigde. Op 3 januari in Turijn valt hij een paard, die door de koetsier mishandeld wordt, om de hals. Nietzsche is ernstig ziek en wordt enkele maanden verpleegd in Jena in de kliniek van professor Biswanger.
De toestand van Nietzsche is in de laatste jaren het best te karakteriseren als een ernstige dementie: Nietzsche heeft geen enkel contact meer met de wereld, hij spreekt niet meer en hij lijkt niets meer op te nemen.

In de biografieën van Nietzsche wordt vaak het verband gelegd tussen het denken van Nietzsche en zijn latere krankzinnigheid. Het leggen van dit verband heeft te maken met de neiging het leven van iemand als een verhaal te construeren. In het verhaal worden de elementen uit het leven aaneen geregen en vaak worden relaties van oorzaak en gevolg verondersteld.
Zo wordt er met betrekking tot het denken van Nietzsche wel beweerd: 'Zijn denken moest wel tot krankzinnigheid leiden.'
Welk denken van Nietzsche bedoeld wordt blijft duister. Het denken van Nietzsche kende vele aspecten: z'n opstandigheid, z'n ergernis over de verburgerlijking van de (Duitse) samenleving, z'n hartstochtelijke liefde en z'n hartstochtelijke haat voor Wagner, z'n afkeer van het Christelijke geloof, z'n zoeken naar de Übermensch, z'n fascinatie voor het onderbewuste, z'n afkeer van het democratische, om enkele belangrijke thema's te noemen.
Welk aspect van het denken nu tot krankzinnigheid moet leiden wordt door niemand aangetoond.

Bovendien is het merkwaardig dat het denken ven een gedachte tot krankzinnigheid zou leiden.
Waarschijnlijker is dat Nietzsche leed aan een geestelijke aandoening die hem in 1889 volledig isoleert van de wereld. Welke aandoening dat precies is is moeilijk uit te maken. Bekend is dat Nietzsches vader een geestesziekte had een daaraan overleden is. Verder is bekend dat Nietzsche zijn hele leven last had van hoofdpijnen die doen denken aan migraine. Zelfs zo erg dat hij meerdere malen het bewustzijn verloor.
Wat de zaak ingewikkeld maakt is dat na Nietzsches ontslag als hoogleraar, de lichamelijke klachten zich gaan vermengen met klachten die te maken hebben met het isolement waarin hij steeds meer terechtkomt. De lichamelijke klachten worden afgewisseld met een lijden aan de wereld in het algemeen.
Deze vermenging is typisch voor het eind van de 19e eeuw: de romantiek. Een andere omstandigheid die van grote invloed is geweest op de waardering van het werk van Nietzsche is de rol die Elisabeth Förster Nietzsche heeft gespeeld in het beheer van de nalatenschap van haar broer.
In 1889 stort Nietzsche in. Op dat moment verblijft Elisabeth Förster Nietzsche in Paraguay waar zij samen met haar man een kolonie opgezet heeft. Deze kolonie heeft de naam Nieuw Germania en is bedoeld om een nieuw Duitsland te stichten ter vervanging van het oude, omdat door verloedering het echte Duitsland verloren dreigde te gaan.
De kolonie draait echter op een mislukking uit en de zieke Nietzsche vormt een prachtig nieuw project voor Elisabeth waarmee zij zich kan rehabiliteren. Elisabeth keert terug naar Duitsland en richt het Nietzsche archief op. Zij verzamelt de nalatenschap van haar broer en neemt het onder haar beheer.
Vanuit de nalatenschap verzorgt Elisabeth uitgaven van het werk. Deze uitgaven hebben veel succes. Uiteindelijk dringt het werk van Nietzsche door tot een groter publiek en Nietzsche groeit uit tot een fenomeen, hoewel hij daar zelf niets van meemaakt.

Na Nietzsche's dood zet Elisabeth het werk voor het Nietzsche archief voort. De liefde voor haar overleden broer is ongetwijfeld een drijfveer geweest.
Belangrijker was het dat het werk van Nietzsche een bron van inkomsten was en een ingang in de hogere kringen van Weimar war ze zich met het archief gevestigd had. De keuze van Weimar was met opzet gedaan: Weimar was de stad van Goethe en Schiller en Elisabeth was ervan overtuigd dat Nietzsche het formaat van deze twee Duitsers had.

Voor de nalatenschap van Nietzsche en het Nietzsche-archief breekt een zwarte tijd aan als de Nazi's aan de macht komen in Duitsland. Niet dat het archief verdwijnt, integendeel. Elisabeth is een vurig aanhanger van de Nazi-ideologie (uit overtuiging en uit een nietsontziende drang tot zelfbehoud) en zij doet alles om de machthebbers te behagen. Hitler brengt een aantal bezoeken aan het archief (overigens louter uit pr-overwegingen, er zijn geen aanwijzingen dat hij ooit iets van Nietzsche las) en de partij financiert voor een deel het archief.

Er zijn aanwijzingen dat Elisabeth Förster Nietzsche in de uitgaven van het werk van Nietzsche wijzigingen aanbracht om de machthebbers niet al te veel te mishagen en het werk dat al te veel tegen de ideologie van de Nazi's inging werd achtergehouden.
Al met al heeft Elisabeth veel moeite gedaan om het werk van Nietzsche onder de aandacht van de Nazi's te brengen en erkenning voor haar broer als 'grote Duitser' te krijgen.
Elisabeth is een heel eind geslaagd in die opzet. In 1938 lagen er plannen klaar om een groot monument te bouwen ter nagedachtenis van Nietzsche. Het is er nooit van gekomen.

Het heeft na de tweede wereldoorlog lang geduurd tot de naam van Nietzsche gevrijwaard werd van de smet die het werk van zijn zuster er op achtergelaten had.


Literatuur Over de rol van Elisabeth Förster-Nietsche en de kolonie Nieuw Germania:
Ben Macintyre: Vergeten vaderland. Uitgeverij Balans 1994. ISBN 90 5018 233 X

Over Nietzsche: Ivo Frenzel: Nietzsche. Rowohlt bildmonografieën. ISBN 3 499 50115 5.

Terug naar het programma van de cursus


© Hypothesis
Hypothesis, filosofische uitgeverij is een initiatief van:

Baptist Vermeulen; Sint-Jobskade 816, 3024 EN Rotterdam; Nederland
telefoon +31 (0) 10-4258852