Terug naar: les 1

 

LES 5

existentialisme

De naam van deze beweging is ontleend aan het woord existeren dat bestaan betekent.

De persoon die met deze beweging het sterkst verbonden is, is J.P. Sartre. (Andere namen in dit verband zijn: in Duitsland, Martin Heidegger, en ook in Frankrijk: Karl Jaspers.)

Het existentialisme en de latere bewegingen moeten begrepen worden tegen de achtergrond van de tweede wereldoorlog. De tweede wereldoorlog had de mensheid met een aantal morele dilemma's geconfronteerd: hoe was het mogelijk dat de wereld het Nazisme had laten passeren (om niet te zeggen: het Nazisme mede had veroorzaakt)?

Hoe is de massamoord op de joden en op andere groepen (zigeuners, intellectuelen, homosexuelen, geesteszieken) te begrijpen? Waarom kon er geen einde gemaakt worden aan de wreedheden van de oorlog?

Een van de centrale thema's in alle vragen is de vraag naar de verantwoordelijkheid van het individu. Kun je je als mens beroepen op het feit dat iedereen zo dacht, zo handelde, om daarmee jezelf van de verant woordelijkheid te ontslaan dat je niet anders dacht of handelde?
Het existentialisme van Sartre was in feite een radicaal antwoord op deze vraag: de mens is in alle omstandigheden in staat om iets anders te kiezen, iets anders te doen.

In iedere situatie doen zich keuzemogelijkheden voor en de mens is in principe vrij om één van die mogelijkheden te kiezen. Iedere daadwerkelijke keuze die gemaakt wordt is een persoonlijke keuze en men is dan ook ten volle verantwoordelijk voor die keuze.

Een korte samenvatting van de belangrijkste punten van het existentialisme:

Wij hebben al gezien dat het middeleeuwse wereldbeeld ervan uitging dat de wereld, de kosmos met alles erop en eraan door God geschapen is. (En in de meeste religieuze voorstellingen is dat nog zo). Dit betekent dat de mens, als geschapen zijnde, al in de gedachten van God aanwezig was, alvorens hij in de schepping neergezet werd. (God schiep de mens naar zijn evenbeeld). Hieruit blijkt dat het wezen van de mens voorafgaat aan het bestaan van de mens. Wij beantwoorden aan het beeld dat vooraf van ons bestaat.

Het existentialisme gaat ervan uit dat er niet zo'n wezen is in de gedachten van enig goddelijk wezen. M.a.w. er is geen menselijke natuur, geen wezen dat aan het bestaan van de mens voorafgaat. Eerst verschijnt de mens, daarna wordt hij iets.

Het existentialisme is een atheistische theorie. Er is geen God, die het wezen van de mens kan denken, daarom ís de mens niets, hij kan alleen iets worden. De mens is niets anders dan wat hij van zichzelf maakt. In de termen van Sartre wordt dit het zelf-ontwerp genoemd. Dit zelf-ontwerp is individueel, maar niet egoïstisch.

Met het zelf-ontwerp is een van de lastigste ideeën verbonden van het existentialisme: dat van de angst. Het idee is lastig in de zin, dat het makkelijk misverstaan wordt.

Wat houdt de existentiële angst in: dit is het bewustzijn, dat in het maken van de keuzen in het zelf-ontwerp er geen enkele omstandigheid is waaruit ik de keuze die ik zou moeten maken uit af te leiden is. Er is geen algemeen geldige moraal die mij met zekerheid kan vertellen welke keuze ik moet maken in een situatie. Dit laatste betekent echter niet dat er helemaal geen moraal is. De ontkenning betreft alleen het algemeen geldige karakter ervan.

Waarom is het existentialisme nu een humanistische beweging? In de interpretatie van Sartre is dat omdat in het existentialisme de mens geheel en al geplaatst is in een menselijke omgeving. Het is een humanisme omdat er geen andere wetgever is dan de mens zelf en dat hij in de verlatenheid over zichzelf zal beslissen.


Ga naar het volgende onderdeel:

 

vragen Door naar les 2 See File