LES 1
Op de vraag 'Wat is filosofie?' kunnen we kort antwoorden met: filosofie is die wetenschap die reflecteert (nadenkt) over het denken en handelen van de mens.
Men onderscheidt grofweg vier perioden in de filosofie:
De periode van de Griekse filosofie wordt wel de
klassieke periode genoemd.
In de klassieke periode en in de middeleeuwen is filosofie synoniem met
'wetenschap', want de filosofie geeft een wetenschappelijke verklaring
van de verschijnselen om ons heen.
Deze wetenschappelijke verklaring die door de filosofie gegeven wordt verschilt
van een andere verklaring van de verschijnselen om ons heen: de mythologische
verklaring.
Het kenmerk van een wetenschappelijke verklaring is dat een veelheid van verschijnselen betrokken worden op één enkele oorzaak. De methode van de wetenschap in de oudheid was het inzicht. Meditaite en oefening tesamen met logisch redeneren moesten tot de waarheid leiden. Daarbij komt de overtuiging dat er maar een waarheid is.
Deze waarheid levert in laatste instantie antwoord op de zogenaamde levensvragen.
Deze vragen hebben in de oudheid en in de middeleeuwen een vast antwoord. Dit antwoord wordt gegeven vanuit een vastomlijnde wereldbeschouwing. Een voorbeeld is de wereldbeschouwing van Plato.
In de moderne tijd: na 1500, hebben de wetenschappen zich zelfstandig
ontwikkeld en de filosofie achter zich gelaten. De belangrijkste in verband
met deze ontwikkeling in de filosofie is Rene
Descartes. Descartes heeft met zijn boek: Discours de la methode,
de moderne wetenschap handen en voeten gegeven. De moderne wetenschap gaat
uit van logische deductie en empirsche gegevens verkregen uit experimenten.
Op de vragen: Wat kan ik weten?, Wat moet ik doen?, Wat mag ik hopen? is
echter geen wetenschappelijk antwoord mogelijk. Deze vragen zijn bij de
filosofie gebleven.
Verder lezen
over dit onderwerp.
Ga
naar het volgende onderdeel:
|
|||
---|---|---|---|