Terug naar: les 1

LES 3

Socialisme, communisme en marxisme

socialisme

  1. Alle socialisten hebben het geluk, de ontplooiing en de emancipatie van de mens op het oog. Deze doelstellingen worden niet gerealiseerd door de huidige samenlevingsvormen, daarom wordt er kritiek uitgeoefend op de bestaande maatschappij.
  2. Het socialisme wil tegemoet komen aan een fundamentele behoefte van de mens: n.l. de behoefte aan een rechtvaardige samenleving en een sociale orde waarin de mens zijn geluk vindt. Voor het socialisme staat voorop dat de mens een sociaal wezen is en alleen in deze sociale dimensie zijn menszijn kan verwezenlijken.

    Hierin onderscheid het zich van bijvoorbeeld het liberalisme dat tegemoet wil komen aan het menselijke streven naar vrijheid en het christendom dat tegemoet wil komen aan het menselijke verlangen naar onsterfelijkheid en eeuwigheid; een mens worden in het licht van de goddelijke onsterfelijkheid

    Het socialisme gaat ervan uit dat het vooral de sociale, economische en politieke instituties zijn die moeten veranderen om een andere manier van samenleven en het geluk en de emancipatie van de mens mogelijk te maken.

    communisme
    Het communisme deelt de bovenstaande drie uitgangspunten van het socialisme. Daar komen nog bij:

    het verschil tussen de verschillende soorten arbeid is verdwenen: d.w.z. alle vormen van arbeid worden gelijkelijk gewaardeerd. (Dit kan tot uitdrukking komen in een gelijke beloning voor alle arbeid, dit hoeft niet)

    De verdeling van goederen gaat niet naar arbeid of verdienste, maar naar behoefte. (De moeilijkheid ligt echter in het vaststellen van de behoeften)

    De productiemiddelen zijn in handen van de gehele gemeenschap en er bestaan geen klassentegenstellingen meer.

    mensen kunnen zich vrij ontplooien en voelen zich in harmonie met de samenleving als geheel.

marxisme

Het marxisme is een wetenschappelijk socialisme. Dit houdt in dat het de uitgangspunten van het socialisme onderschrijft (en voor een deel die van het communisme), maar er bovendien vanuit gaat dat op basis van wetenschappelijke methoden aangetoond kan worden dat er wetmatigheden in de sociale- en economische orde zijn die aantonen dat de realisering van het socialisme in het verschiet ligt (lag).

Het marxisme wil door middel van wetenschappelijke methoden wetmatigheden aangeven die in de maat schappelijke werkelijkheid werkzaam zijn.

Die wetenschappen en wetenschappelijke methoden betreffen:

De kern van de theorie is een materialisme en de dialectische opvatting over maatschappelijke veranderingsprocessen.

materialisme: het is niet het bewustzijn dat het zijn bepaalt, maar het maatschappelijk zijn bepaalt het bewustzijn. M.a.w. het bewustzijn wordt bepaald door sociaal economische factoren: de sociaal economische levensvoorwaarden.

dialectiek: maatschappelijke veranderingen verlopen altijd volgens een vast patroon. Dit patroon wordt gevormd door de drie toestanden: these, antithese en synthese.
De these is de situatie waarin de maatschappij zich in bevindt. Uit deze these ontwikkelt zich een nieuwe toestand die er het tegendeel van is. Uit de maatschappelijke spanning die voortkomt uit de these en de antithese komt een nieuwe toestand voort, die de these en de antithese in zich verenigt: de synthese.

De dialectiek geeft de noodzakelijke ontwikkelingsgang van de geschiedenis weer. Wat betreft het verleden komt dat neer op de volgende ontwikkeling:

Uit de feodale maatschappij (these) ontstaat de kapitalistische maatschappij als nieuwe synthese. Deze synthese roept de verelendung op als antithese. Uit de kapitalistische maatschappij en de verelendung ontstaat de nieuwe synthese: de klasseloze maatschappij: een maatschappij die zich op communistische beginselen beroept.

de marxistische mensopvatting

Wat de mens tot 'mens' maakt is zijn sociale omgeving. De mens realiseert zichzelf in die omgeving door concrete actie. De meest centrale actie is die van de arbeid. Arbeid is het centrale middel om het 'mens' zijn te ontwikkelen. In de arbeid ontplooit de mens zich.
Het bewustzijn is het resultaat van een reflectie op die arbeid.
Het bewustzijn zorgt er ook voor dat de mens kan ingrijpen in de wereld. Hij kan van zichzelf uit doelgericht ingrijpen in de ontwikkelingen. Hierin is de mens vrij.

De maatschappij moet zo ingericht zijn dat de mens zich kan ontplooien, dat zijn creativiteit de kans krijgt en dat zijn vrijheid niet vervormd wordt.

Centraal in het Marxisme staat de bevrijding van de mens en de opheffing van de vervreemding.

 


Ga naar het volgende onderdeel:

 

vragen Door naar les 2 See File